
De zee trekt zijn golven terug en laat schelpen, drijfhout, maar ook fragmenten van hoop en wanhoop achter. Het geruis van de golven klinkt als een fluistering van mogelijkheden, terwijl de zeewind de belofte van een nieuw begin met zich meebrengt.
De kaaien van Antwerpen markeren de grens tussen wat Marie Jo kent en wat er nog te ontdekken valt. Zij ziet zichzelf, zittend op een meerpaal en beseft dat daar ooit haar eigen reis is gestart. Een reis vol geheimen, verdriet, verraad, van ontsnappen uit de moeilijkheden in haar leven, maar ook van het hervinden van haar geluk aan de andere kant van de wereld, van nieuwsgierigheid, van doorzetten en veerkracht. Het is een avontuur dat haar van rivier, naar zee, en weer naar de rivier brengt.
Marie Jo bracht haar werkzame leven door in de haven van Antwerpen. Na het overlijden van haar eerste man, vertrekt zij richting Middellandse Zee. Op een van haar reizen - een cruise, hoe kan het ook anders als water je leven beheerst - ontmoet ze een Zuid-Afrikaanse componist en volgt hem naar zijn thuisland. Daar tekent ze haar levensverhaal op, dat zich laat schrijven als een roman: Zoutlong.
Ik geef het eerlijk toe: ik hou niet van confrontaties. Als het even kan, ga ik ze uit de weg. Ik strijk de plooien glad, leg er een deken van begrip overheen, en noem dat dan vrede. In het gewone leven kom je daar nog mee weg, maar in een boek is het dodelijk. Want zonder botsingen geen verhaal, en zeker geen goed.