
Stel je eens voor: ergens in een oude schoenendoos ligt een vergeeld fotoalbum. Je bladert erin en ziet jezelf als baby - een mollig handje rond de vinger van je moeder, een verwarde krullenbol in een kinderwagen, een eerste verjaardagstaart met kaarsje. Het is een stukje verleden dat je zelf niet bewust hebt meegemaakt, maar de foto’s vertellen je: Ik was er. Ik hoorde erbij.
Voor veel mensen zijn dit soort herinneringen vanzelfsprekend. Ze geven een gevoel van verbinding met een tijd waarin je zelf nog geen herinneringen kon maken. Ze zijn het bewijs dat je ouders trots waren, dat er een plaats voor je was in het verhaal van de familie. Maar wat als die schoenendoos er nooit is geweest? Geen foto’s, geen kaartje. Zoals bij mij. Voor mij geen foto als baby, geen geboortekaartje, geen kiekje van dat eerste lachje. In tegenstelling tot mijn broers en zus. Waarom heb ik ze dan niet, zul je je afvragen. Waren mijn eerste momenten niet belangrijk genoeg?
Dat waren ze zeker. Maar door omstandigheden, waarover ik in mijn boek ‘Zoutlong’ – verschijnt in november 2025 - meer vertel, heb ik geen tastbare herinneringen aan mijn eerste drie levensjaren.
Een foto is zoveel meer dan papier. Het is een ankerpunt, een bewijs: Ik was er. Ik deed ertoe. Voor ouders is een geboortekaartje een blijde aankondiging; voor een kind wordt het later een symbool van welkom zijn.
Het klinkt misschien onbelangrijk, maar het ontbreken van dat soort bewijzen kan bij jou sporen nalaten. Een leegte in je persoonlijke geschiedenis. Een hoofdstuk dat nooit is geschreven, maar waar je wel naar blijft bladeren. Het kan je onzeker maken: Wie was ik toen? Waarom heeft niemand dat vastgelegd?
Hoe vul je een leeg hoofdstuk?
De waarheid is: je kunt het verleden niet herschrijven. Wat er niet is, is er niet. Maar je kan wel nieuwe bladzijden toevoegen. Door je eigen verhaal vorm te geven. Door je eigen doos met jouw herinneringen te vullen, door momenten “nu” vast te leggen.
Het is één van de redenen waarom ik mijn boek schrijf. Misschien wel als een fotoalbum van nu. Een doos met brieven aan mezelf. Een mapje vol kleine bewijzen: Kijk, ik was er. En ik ben er nog steeds. Wat echt telt!
Voor de één is het ondenkbaar om zonder die tastbare bewijzen op te groeien. Voor de ander zijn ze niet meer dan vergeeld papier. Wat echt telt is wat ik er zelf mee doe. Hoe ikzelf die lege plaatsen invul. En dat ik uiteindelijk besef: mijn verhaal is altijd méér dan een paar foto’s - ook als er hoofdstukken ontbreken.